Duin: meesterlijk werk waar je echt wel de tijd voor moet nemen
Paul Artreides verhuist naar de woestijnplaneet Arrakis wanneer zijn vader daar de positie van gouverneur moet vervullen. De planeet vormt een belangrijke sleutel in het ruimtereizen, want alleen daar vindt men melange, een geestverruimende substantie die het mogelijk maakt om door het heelal te navigeren. De familie vermoedt echter dat de aanstelling een valstrik is, gezet door hun grote vijanden, de Harkonnens. Terwijl ze hun best doen om de inwoners van Arrakis, de Vrijmans, voor zich te winnen, bereiden Paul en zijn familie zich voor op de complotten die tegen hen in werking zijn gezet. De Vrijmans zien in Paul de verlosser waar ze al eeuwen op hebben gewacht, de Lisan Al-Gaib. Is hij werkelijk die machtige man, of is hij nog steeds de jongen die uiteindelijk in de voetsporen van zijn vader zal moeten treden?
Als je een liefhebber bent van science fiction, is Duin een boek dat je gelezen moet hebben. Er prijkt ook niet voor niks op de kaft “De grootste sciencefictionklassieker aller tijden.” Het boek verhaalt over een prachtige, intrigerende wereld die voornamelijk bestaat uit zand. Herbert heeft deze wereld wonderlijk goed uitgedacht en dat is direct de grote charme van het boek. Het voelt echt, authentiek en alsof je zomaar op deze wereld zou kunnen rondlopen als je daar met je ruimteschip heen bent gevlogen. Ook de technologieën die de Vrijmans gebruiken, de voertuigen die de karakters gebruiken, hun wapens – alles is origineel en dusdanig beschreven dat de voorwerpen bijna tastbaar worden.
Het is echter geen boek dat snel leest. Het boek is in 1963 voor het eerst verschenen (toen nog in twee delen) en waar je dat niet merkt aan de ingenieuze wereld en technologie, merk je dat wel aan de schrijfstijl. Herbert kiest voor een woordgebruik dat tegenwoordig wellicht toch iets verouderd aandoet, maar ergens ook wel weer goed past bij de statigheid van de gebeurtenissen die hij beschrijft. Wat in het begin wellicht moeilijker is, is dat je zonder uitleg volledig in de wereld van Duin wordt ondergedompeld. Heel handig daarbij is de woordenlijst-die-bijna-een-encyclopedie-is die achterin het boek staat, het kost toch enig uitzoekwerk om in het begin te begrijpen waar het precies over gaat. Het is tegelijkertijd een sterk en een zwak punt en kan mensen die op zoek zijn naar een luchtig werk zeker afschrikken. (De vraag is echter of dat erg is – voor mensen die dat graag zouden willen maar de drempel om het boek te lezen als hoog ervaren, is de recente verfilming van het boek erg geschikt.) Advies is dan ook om echt de tijd te nemen om dit boek tot je te nemen – maar het is zeker de moeite waard.
Wat mij persoonlijk wel enigszins tegenviel was de hoeveelheid religieuze rituelen en dergelijke die in het boek toch redelijk centraal staan. Ik kan het boek helaas daarom geen vijf sterren geven, maar minder dan vier verdient het ook zeker niet; het is en blijft een meesterwerk en heeft de ondertitel op zijn kaft (de grootste sciencefictionklassieker aller tijden) meer dan verdiend.